Sinds 1 januari 2025 moeten alle grote niet-residentiële gebouwen boven 1000 m² over een geldig energieprestatiecertificaat voor niet-residentiële gebouwen (EPC NR) beschikken, ook zonder verkoop of verhuur. Deze certificering beoordeelt de energieprestatie van kantoren, winkels, scholen en andere bedrijfspanden. Het doel is duidelijk: Vlaanderen wil tegen 2050 een energiezuinig en koolstofneutraal gebouwenpark realiseren.
Wat is een niet-residentieel gebouw?
Een niet-residentieel pand onderscheidt zich door zijn functie: het dient niet als woonruimte maar voor professionele activiteiten. Denk aan medische praktijken, sportcentra of culturele instellingen.
De Vlaamse regelgeving hanteert twee categorieën op basis van oppervlakte:
- Kleine eenheden: panden tot 500m² bruikbare vloeroppervlakte
- Grote eenheden: gebouwen boven 500m²
Bepaalde gebouwen vallen buiten deze classificatie, zoals tijdelijke constructies die minder dan twee jaar gebruikt worden of alleenstaande units kleiner dan 50m². Ook industriële werkplaatsen en landbouwgebouwen vormen een aparte categorie met eigen regelgeving.
Wetgeving EPC NR in Vlaanderen vanaf 2025
Nieuwe verplichtingen voor grote gebouwen
De algemene EPC-verplichting voor grote niet-residentiële gebouwen brengt ingrijpende veranderingen met zich mee. Eigenaars van panden met een bruikbare vloeroppervlakte vanaf 1000 m² moeten nu verplicht een energieprestatiecertificaat laten opmaken door een erkende energiedeskundige type D.
Deze maatregel maakt deel uit van het renovatietraject richting 2050. Het certificaat geeft inzicht in de energieprestatie van het gebouw en bevat concrete aanbevelingen voor verduurzaming. De nodige meetgegevens vormen de basis voor het energielabel.
Overheidsgebouwen en publieke instellingen vallen onder dezelfde regels. Zij moeten bovendien voldoen aan de uithangplicht. Het energieprestatiecertificaat blijft 10 jaar geldig na de opmaakdatum.
Aangescherpte regels voor kleine panden
Voor kleine niet-residentiële gebouweenheden tot 500m² bestaat een flexibele aanpak. Eigenaars kunnen kiezen tussen twee certificeringsopties: het EPC kNR of het reguliere EPC NR. Het kNR-systeem biedt een vereenvoudigde procedure die vergelijkbaar is met woningen, maar neemt ook verlichtingsinstallaties mee in de beoordeling.
De wetgeving voorziet specifieke uitzonderingen voor bepaalde categorieën. Religieuze gebouwen en tijdelijke constructies vallen bijvoorbeeld buiten deze regelgeving.
Vanaf 2026 moeten alle kleine bedrijfspanden over een geldig attest beschikken. Het energielabel blijft 10 jaar geldig en speelt een cruciale rol bij notariële overdrachten en nieuwe huurcontracten. De Vlaamse overheid stimuleert ook het gebruik van hernieuwbare energie via aanvullende premies voor kleine ondernemingen.
Impact op industriegebouwen
Voor industriële gebouwen gelden aangepaste voorschriften binnen het EPC-kader. Aaneengesloten verwarmde ruimtes zoals kantoren, toonzalen of vergaderzalen boven 250m² vallen nu onder de certificeringsplicht. Dit zorgt voor een genuanceerde benadering die rekening houdt met de specifieke kenmerken van productiehallen.
De energieprestatie van de eenheid wordt beoordeeld op basis van parameters die relevant zijn voor industriële activiteiten. Denk aan procesverwarming, klimaatbeheersing en verlichting van werkplaatsen. Een praktijkvoorbeeld: een metaalbewerkingsbedrijf met 300m² kantoorruimte moet enkel voor dat administratieve gedeelte een energiecertificaat laten opmaken.
Bedrijven kunnen renovatiepremies aanvragen wanneer ze investeren in energiebesparende maatregelen zoals dakisolatie of LED-verlichting in hun productieruimtes.
EPC-verplichting per gebouwtype
Gebouwen groter dan 500 m²
Voor grote niet-residentiële panden gelden strenge normen vanaf 2025. Gebouweenheden tussen 500m² en 1000m² moeten uiterlijk 31 december 2025 een geldig EPC-attest voorleggen. Deze verplichting staat los van verkoop of verhuur.
De eigenaar draagt verantwoordelijkheid voor het behalen van minimaal label E tegen 2030. Dit betekent dat minstens 5% van het totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen moet komen.
Bij niet-naleving van deze regels riskeren eigenaars administratieve boetes tussen 500 en 5000 euro. Het energieprestatiecertificaat blijft tien jaar geldig en vormt een essentieel document bij vastgoedtransacties.
Publieke gebouwen in deze categorie moeten het energiecertificaat zichtbaar ophangen voor bezoekers. Een energiedeskundige type D verzorgt de officiële keuring en labelberekening.
Kleine niet-residentiële eenheden
Voor kleine niet-residentiële gebouweenheden onder 500m² gelden aangepaste voorschriften vanaf 2025. De renovatieverplichting vereist concrete energiebesparende maatregelen binnen vijf jaar na eigendomsoverdracht.
Eigenaren kunnen rekenen op gerichte ondersteuning bij de implementatie van duurzame oplossingen. De minimale labelplicht stimuleert investeringen in energiezuinige technologieën zoals LED-verlichting en slimme thermostaten.
Verschillende vormen van hernieuwbare energie komen in aanmerking voor extra premies. Denk aan zonnepanelen of warmtepompen die perfect passen bij de schaal van kleinere bedrijfspanden.
Bij verkoop of verhuur van deze eenheden moet het energieprestatiecertificaat beschikbaar zijn vanaf de eerste advertentie. Een erkende deskundige beoordeelt naast het energieverbruik ook de isolatiewaarden en technische installaties.
Specifieke regels voor industrie
De wetgeving maakt een duidelijk onderscheid voor industriële gebouwen waarbij 70% of meer van de bruikbare vloeroppervlakte bestemd is voor industriële activiteiten. Deze panden vallen buiten de standaard EPC-verplichting.
Wanneer een industrieel gebouw beschikt over meer dan 250m² aaneengesloten verwarmde ruimtes met een niet-industriële functie, zoals kantoren of showrooms, geldt een specifieke certificeringsplicht. De energieprestatiemeting richt zich uitsluitend op deze zones.
Een erkende energiedeskundige type D beoordeelt parameters zoals verwarming, koeling en ventilatie van deze ruimtes. Bedrijven die hun energieverbruik willen optimaliseren, komen in aanmerking voor gerichte subsidiemaatregelen van de Vlaamse overheid.
Belangrijke deadlines voor EPC NR
Termijnen voor bestaande gebouwen
De termijnen voor bestaande gebouwen volgen een duidelijk stappenplan. Eigenaars van niet-residentiële gebouweenheden groter dan 1000m² moeten uiterlijk 31 december 2025 hun EPC NR laten opmaken. Deze verplichting staat los van eventuele verhuur of verkoop.
Voor gebouwen tussen 500m² en 1000m² verschuift deze deadline naar 31 december 2026. Een praktisch voorbeeld: een winkelruimte van 750m² moet binnen twee jaar over een energieprestatiecertificaat beschikken.
De verhuur van niet-residentiële gebouweenheden vereist nu al een geldig EPC-attest. Dit geldt zowel bij nieuwe huurcontracten als bij verlengingen van bestaande overeenkomsten. Gebouwen bestemd voor religieuze activiteiten vormen hierop een uitzondering.
Verplichtingen bij verkoop en verhuur
Eigenaars van een niet-residentiële gebouweenheid moeten het energieprestatiecertificaat beschikbaar stellen vanaf de eerste advertentie. Een aaneengesloten geheel van kantoren vraagt bijvoorbeeld één gemeenschappelijk EPC NR.
De bedoeling van deze regelgeving reikt verder dan pure info-verstrekking. Makelaars en verhuurders dienen de energiescore actief te communiceren in alle commerciële uitingen. Bij het niet naleven van deze verplichting riskeert men boetes tot 5.000 euro.
De kostprijs voor het opmaken van een EPC NR hangt af van de complexiteit en grootte van het pand. Wanneer sprake is van meerdere gebruiksfuncties binnen één gebouw, zoals een combinatie van winkel en kantoor, beoordeelt de energiedeskundige type D elke ruimte apart.
Deadlines voor verschillende gebouwgroottes
Voor publieke gebouwen kleiner dan 250m² gaat de certificeringsplicht in vanaf januari 2026. Deze ruimtes vormen een specifieke categorie binnen het vergroeningstraject van de Vlaamse overheid.
Bedrijfspanden tussen 250m² en 500m² vallen onder een aangepast tijdsschema. Een winkelcomplex van 400m² dient bijvoorbeeld tegen medio 2026 aan de nieuwe energienormen te voldoen.
De certificering van zorgvoorzieningen volgt een eigen traject. Ziekenhuizen en woonzorgcentra krijgen tot december 2025 om hun energieprestaties in kaart te brengen, onafhankelijk van hun oppervlakte.
Scholen en onderwijsinstellingen met een oppervlakte onder 500m² ontvangen tot eind 2026 de tijd voor het behalen van hun energielabel.
Uitzonderingen op de EPC-plicht
Gebouwen met een sloopvergunning genieten een tijdelijke vrijstelling van de EPC-verplichting. Deze uitzondering geldt wanneer de eigenaar binnen vijf jaar na de vergunning de sloop uitvoert.
Religieuze gebouwen zoals kerken, moskeeën en synagogen vallen buiten de certificeringsplicht. Hetzelfde principe geldt voor tijdelijke constructies die minder dan twee jaar in gebruik blijven.
Kleine niet-residentiële ruimtes onder 50m² vereisen geen energieprestatiecertificaat. Landbouwbedrijven en industriële panden met minder dan 250m² verwarmde ruimte blijven eveneens buiten beschouwing.
Bij een combinatie van functies beoordeelt een energiedeskundige type D welke delen van het gebouw onder de certificeringsplicht vallen. Een praktijkvoorbeeld: een boerderij met een grote verwarmde winkelruimte vraagt enkel certificering voor het winkelgedeelte.
Wat kost een EPC niet-residentieel attest?
De basistarieven voor een EPC niet-residentieel attest variëren van 500 euro voor kleine handelszaken tot 10.000 euro voor uitgebreide bedrijfssites. Deze kosten worden berekend per vierkante meter bruikbare vloeroppervlakte.
Een standaardtarief van ongeveer 1 euro per m² vormt het uitgangspunt voor de prijsberekening. Bijkomende factoren zoals de aanwezigheid van technische installaties en de complexiteit van het gebouw kunnen de eindprijs beïnvloeden. Vergelijk steeds offertes van verschillende energiedeskundigen, want prijzen kunnen verschillen.
De kostenstructuur omvat naast het plaatsbezoek ook de opmaak van een 3D-tekening en de verwerking van alle energetische gegevens. Na gemiddeld 7 werkdagen ontvangt u het definitieve attest. Voor grotere projecten met meerdere gebouwen op één site gelden aangepaste tarieven na overleg met de energiedeskundige.
Stappen naar een geldig EPC NR
Voorbereiding en documentatie
Een grondige voorbereiding versnelt de opmaak van uw EPC NR aanzienlijk. Verzamel vooraf alle technische plannen van het gebouw en documentatie over isolatiematerialen. Een volledig dossier met facturen van energetische renovaties en keuringsattesten van verwarmingsinstallaties maakt het werk van de energiedeskundige type D efficiënter.
Maak een overzichtelijke map met energiefacturen van de laatste drie jaar. Foto’s van technische installaties, zoals verwarmingsketels en ventilatiesystemen, vormen nuttige aanvullingen.
Beschik je over een EPB-aangifte of een ouder EPC? Voeg deze zeker toe aan je documentatiebundel. Eigenaren van bedrijfspanden met zonnepanelen of warmtepompen dienen ook de specificaties van deze duurzame energiesystemen klaar te houden.
Energiedeskundige inschakelen
Het selecteren van een gecertificeerde expert vraagt een doordachte aanpak. Raadpleeg de officiële databank van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) om een erkende professional te vinden voor uw specifieke gebouwtype.
Plan het plaatsbezoek bij voorkeur tijdens de werkuren, wanneer alle ruimtes toegankelijk zijn. De deskundige onderzoekt systematisch het volledige pand en voert de nodige metingen uit.
Maak concrete werkafspraken over de doorlooptijd en beschikbaarheid van meetgegevens. Reken gemiddeld op twee tot drie weken voor de volledige procedure, van eerste contact tot de aflevering van het definitieve certificaat.
Certificaat behalen en behouden
Na ontvangst blijft uw EPC niet-residentieel certificaat vijf jaar geldig. Deze periode biedt de perfecte kans om uw gebouw energetisch te optimaliseren. Registreer zorgvuldig alle uitgevoerde renovaties met bijhorende facturen voor een vlotte hernieuwing.
Wanneer u significante energiebesparende werken uitvoert, kunt u ervoor kiezen om het certificaat vervroegd te laten actualiseren. Dit resulteert mogelijk in een gunstiger energielabel dat uw vastgoed meer waarde geeft.
De monitoring van uw energieverbruik speelt een cruciale rol bij het behoud van uw certificaat. Verzamel maandelijks de verbruiksgegevens en vergelijk deze met de vooropgestelde doelstellingen. Stel waar nodig uw energiebeleid bij om de prestaties van uw gebouw te verbeteren.